Het waterskiën is een watersport waarbij een skiër door een mechanische trekbeweging (meestal een boot, soms door een kabelskibaan) op ski’s of op blote voeten over het water voortgetrokken wordt. Men maakt tegenwoordig onderscheid tussen klassiek skiën en wakeboarding
Bij DWS wordt gebruik gemaakt van speciale skiboten (namelijk soorten boten) die een optimale golf kunnen garanderen en door het gebruik van boten kan er altijd voor de meest optimale vaarplek op de Loosdrechtse Plassen kan worden gekozen. Er wordt gevaren op een plek onder de hogerwal (de kant waar de wind vandaan komt) om op zo glad mogelijk water te kunnen skiën.
Het klassiek waterskiën is de oudste vorm van waterskiën. Op twee losse waterski’s wordt de skiër aan een lijn voortgetrokken door een boot.
Het waterskien werd in het begin van de vorige eeuw mogelijk doordat motoren voor kleine boten krachtig genoeg werden om snelheden te halen waardoor het mogelijk werd om een getrokken skiër genoeg opwaartse druk te geven waardoor deze kan planeren op het water.
Deze oudste vorm, waarbij snelheden tussen de 30 en 50 kilometer per uur worden gehaald, is in de 50er jaren ontstaan in Amerika en is ruim tien jaar later overgewaaid naar Europa. In deze beginjaren waren voornamelijk de showteams populair waarbij meerdere mensen werden voortgetrokken door een of meerdere boten. Er werden menselijke piramides gebouwd van soms wel vier mensen hoog of het team demonstreerde gezamenlijke sprongen over speciale schansen. (oude piramide foto bijvoegen)
Deze vorm is het gemakkelijkste aan te leren. De (waterstart) is het moeilijkste aan te leren, maar door de ruime ervaring van onze instructeurs en het gebruik van de boom kan DWS een unieke sta-garantie bieden. In één les is het mogelijk om de sensatie van “staan” op het water te beleven |